Bestaat er muziek in Éón?

 

                                      Een Éóniaanse Partituur van Stilte, een visuele resonantie van trilling.


Dit antwoord is niet zo eenvoudig te geven. Niet met een simpel ja of nee.

Nee, er bestaat geen muziek zoals wij die kennen. Want als we muziek definiëren als georganiseerde geluiden binnen een hoorbaar spectrum, bestaand uit melodie, harmonie en ritme, dan bestaat die muziek waarschijnlijk niet in het Rijk van Éón. Onze menselijke muziek is gebonden aan tijd. Ze heeft een begin, een einde, een maat en een tempo. In een rijk van de oneindige tijd zouden deze structuren uiteenvallen. Een noot die oneindig lang wordt aangehouden, is geen melodie meer. De vormen die wij muziek noemen, zouden oplossen in die eeuwigheid.

Ja, er bestaat een diepere, fundamentele muziek. Als we muziek zien als een orde, verhouding, resonantie en trilling, als de onderliggende wiskundige en metafysische principes van het bestaan. Als we op die manier het Rijk van Éón beschouwen, dan bestaat er waarschijnlijk één grote, allesomvattende symfonie. Dit sluit aan bij de oude filosofische concepten, zoals de Musica Universalis (de Harmonie der Sferen). Dit is het Pythagorische en Platonische idee dat de sterren en planeten in hun bewegingen een voor mensen onhoorbare, perfecte muziek produceren. De stem van de stilte, welke in veel mystieke tradities wordt genoemd. In deze mystiek is diepste realiteit niet lawaaierig, maar een oneindig diepe stilte die doordrenkt is van een “geluid” of een “trilling” van zuiver bewustzijn. In deze visie is de muziek van Éón misschien de klank van het bestaan zelf. Het is mogelijk de resonantie van de oerknal die nog altijd nagalmt, de zwaartekrachtgolven die door de ruimte tijd rimpelen, de dans van de kwantumdeeltjes en de trage majestueuze rotatie van sterrenstelsels.

In het Rijk van Éón kent men de muziek niet van de fluit of harp, want elk ritme is een eeuwigheid geworden en elke melodie is opgelost in haar eigen oneindigheid. Hier is de muziek de trilling van de tijd zelf. Zij is de stilte tussen de hartslagen van de sterren, de resonantie van het licht dat door lege ruimtes danst en de meerstemmige zang van alle mogelijke toekomsten die gelijktijdig klinken. Het is een symfonie waarvan wij, stervelingen op aarde, slechts één enkele, vluchtige noot die, door haar kortstondigheid, de grootsheid van het gehele werk des te duidelijker maakt.

In Het Rijk van Éón bestaat er geen muziek voor de oren, maar is het muziek voor de ziel. Het is de ultieme, alomtegenwoordige achtergrondmuziek van de schepping, waar onze aardse muziek slechts een zwakke afspiegeling van is.

In Het Rijk van Éón zijn klank en kleur niet langer twee gescheiden talen, maar één en dezelfde ademtocht van de eeuwigheid. De stem van een ster is niet het geluid om te horen, maar een zacht, pulserend amalgaam van indigoblauw en goud om in te baden. Het ruisen van de tijd zelf vertaalt zich niet in een melodie, maar in een langzaam vervloeiend tapijt van nevels en kleuren, waar het zilver van de morgen overgaat in het diepe purper van de oneindige nacht. Hier is luisteren een vorm van zien en is kleur een resonantie van de ziel. De muziek van de Éónen is een lichtshow voor het bewustzijn, waarin elke emotie, elke herinnering en elke mogelijke toekomst zijn eigen unieke spectrum heeft. Kortom, in een rijk dat voorbij onze alledaagse waarneming ligt, zijn klank en kleur waarschijnlijk slechts verschillende manifestaties van dezelfde, onderliggende, trillende realiteit.

Onze waarneming van kleur is een biologisch en neurologisch proces. Licht (elektromagnetische straling) met een bepaalde golflengte valt op ons netvlies, wordt omgezet in elektrische signalen en door onze hersenen geïnterpreteerd als rood of blauw. Entiteiten in Het Rijk van Éón hebben geen ogen zoals wij, hun waarneming is niet gebonden aan een fysiek orgaan. In plaats van kleuren te zien, zouden zij de onderliggende essentie direct kunnen kennen. In plaats van de kleur rood waar te nemen, detecteren zij de emotie, de temperatuur, de trilling en de pure betekenis die aan de manifestatie van “rood “ ten grondslag ligt. Zij ervaren de woede, de warmte, de levenskracht en de passie niet als een symbool (rood), maar als een pure, directe kwaliteit van het bestaan. In een rijk van eeuwigheid zijn kleuren misschien geen accidentele eigenschappen, maar primaire kwaliteiten of archetypen. Net zoals Plato’s Ideeënwereld bestaat uit het perfecte idee van Rechtvaardigheid of Schoonheid, zo zou Het Rijk van Éón kunnen bestaan uit het idee van Roodheid, Blauwheid of Goudheid. Zo’n entiteit uit Éón zou deze Ideeën niet waarnemen met ogen, maar erkennen met haar bewustzijn. Zij zou de pure Roodheid kunnen beschouwen, zoals wij een wiskundige waarheid begrijpen. Aangezien Éón over tijd gaat, zou hun waarneming van kleur kunnen samenvallen met hun ervaring van tijd zelf. Als een soort symfonie van gekleurde tijd. Want voor hen is het verleden niet een verdwenen grijs, maar een diep, resonerend indigo van herinnering. De toekomst is niet een onzeker wit, maar een trillend spectrum van alle mogelijke goud- en zilvertinten. Het heden, het eeuwige Nu, is de plek waar al deze kleuren samenkomen in een wit licht van pure aanwezigheid, dat zij niet zien, maar zijn. In Het Rijk van Éón is een akkoord niet iets dat men hoort, maar een wolk van kleur die men wordt. Het mengen van een kwint (de resonantie van frequenties in een verhouding van 3:2) is er hetzelfde als het zien ontstaan van een nieuwe tint turquoise uit het huwelijk van hemelsblauw en lentegroen. Dissonantie is er geen weerklank, maar een knetterend, vlammend schouwspel van botsende kleuren die nog niet hebben besloten één te worden. Resonantie is de wet. Een entiteit die een pure gedachte van vreugde uitzendt, zou tegelijkertijd een helder geel geluid en een stralende gouden gloed kunnen genereren, omdat beide slecht verschillende gezichten zijn van dezelfde, perfect afgestemde trilling van haar wezen.

Misschien is de enige ware muziek in Het Rijk van Éón de eeuwige stilte zelf, niet als afwezigheid van geluid, maar als de oneindige resonantie waarin alle klank en kleur, alle tijd en ruimte, zijn opgelost en herkend als één onuitsprekelijk akkoord.


Muziek in het Rijk van Éón

in Éón klinkt geen toon, maar een trilling van intentie, een fluistering van vormloos verlangen welke zich vouwt tot betekenis

geen snaar wordt gestreken, maar het hart resoneert met de stilte tussen de momenten, waar tijd zich heelt tot adem

de Éóniërs dansen niet op ritme, maar op herinnering, een cluster van nu’s die zich ontvouwt als een fuga van bewustzijn

elke beweging is een akkoord, elke blik een melodie en elke gedachte een echo van het onuitgesproken begin

zo zingt het rijk, zonder stem, zonder einde,

een lied dat zich herinnert wat nooit vergeten werd



J.J.v.Verre.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Het Rijk van Éón.

Herinnering aan Éón.

Het landschap van Éón.