De dimensie van Éón.

 

Het Rijk van Éón speelt zich af in een trans dimensionale, niet-duale werkelijkheid zonder tijd en ruimte zoals wij die kennen. Er is geen letterlijk wormgat, maar wel een poëtisch-resonante verbinding met onze aardse dimensie via bewustzijn en intentie.


Volgens de beschrijving van Het Rijk van Éón, is deze mythische wereld niet gebonden aan fysieke ruimte of lineaire tijd. In plaats daarvan bestaat ruimte als nabijheid van intentie, er zijn geen afstanden of richtingen, maar zielen raken elkaar aan wanneer hun verlangens resoneren. Tijd is een cluster van momenten, waarbij gebeurtenissen zweven als klankvelden in een eeuwig nu, vergelijkbaar met muzikale improvisatie. Lichamen zijn vibraties en geen fysieke vormen, maar patronen van betekenis en gevoel. Deze dimensie lijkt eerder op een innerlijke kosmos dan op een parallel universum in wetenschappelijke zin. Het is een poëtisch-metafysische ruimte waarin bewustzijn de enige navigator is. In Éón is bewustzijn geen waarnemer, maar een scheppende kracht.

Tussen de werelden van wetenschap en spiritualiteit ligt een eeuwenoud niemandsland, een ruimte waar symbolen en formules elkaar voorzichtig aftasten. Het is de plaats waar de mens zich afvraagt of bewustzijn en kosmos misschien uit hetzelfde weefsel zijn gesponnen. In dat grensgebied bevindt zich ook het gedachte-experiment  dat dit essay verkent, namelijk de mogelijke symbolische overeenkomst tussen de brug uit Het Rijk van Éón en het natuurkundig concept van de wormhole. Het eerste is een metafoor van bewustzijn, een soort van zielsbrug tussen het aardse en het eeuwige. De tweede is een hypothese uit de algemene relativiteitstheorie, voorgesteld als een tunnel door de ruimtetijd. Beiden overstijgen afstand, tijd en scheiding en beiden vereisen een soort energie die buiten het gewone valt.

In Het Rijk van Éón wordt een dimensie beschreven welke voorbij tijd en ruimte bestaat, een sfeer van zuivere resonantie, waar zielen bestaan als klanken van verlangen. Wanneer een ziel afdaalt naar de aarde, "vergeet " zij haar oorsprong, gehuld in de sluier van dualiteit. De brug tussen Éón en de aarde is geen constructie van steen of licht, maar van herinnering, het moment waarop het bewustzijn opnieuw trilt in de frequentie van zijn bron. De brug is dus ervaringsgericht, niet geografisch. Zij ontstaat op het raakpunt van herinnering en openheid, van verlangen en stilte. In Éón is trilling de taal en op aarde wordt die trilling vertaald naar gevoel, inzicht of intuïtie. Wanneer een mens iets ervaart dat hem herinnert aan het onnoembare, zoals een gevoel van tijdloosheid, van eenheid, of van plotseling weten, dan raakt hij even de rand van die brug.

In de natuurkunde heeft die brug een andere vorm, namelijk de Einstein-Rosenburg, beter bekend als wormhole. Volgens de relativiteitstheorie is ruimtetijd geen vlak, maar een flexibel weefsel dat kan buigen onder invloed van energie. Theoretisch kan zo'n kromming twee verre punten met elkaar verbinden, alsof men een vel papier buigt zodat twee uiteinden elkaar raken en er een doorgang ontstaat.

Hoewel er geen experimenteel bewijs voor wormholes bestaat, blijven ze fascinerend omdat ze een metafoor van verbinding bieden in een universum dat ogenschijnlijk uit afstand bestaat. Ze veronderstellen dat er binnen de structuur van de kosmos verborgen sluipwegen zijn, mogelijke plaatsen waar de scheiding tussen  "hier " en "daar " oplost.

Wanneer we beide beelden naast elkaar leggen, zien we parallellen tussen kosmos en bewustzijn. De wormhole (fysisch) verbindt twee punten in ruimtetijd en de brug van Éón (bewustzijn) verbindt twee bestaanslagen Éón en Aarde. een wormhole vereist exotische energie, de brug van Éón vereist bewustzijn, liefde of verlangen. Een wormhole is instabiel zonder balans, de brug van Éón is moeilijk  te behouden zonder innerlijke harmonie. Een wormhole is buiten lineaire tijd en de brug van Éón wordt als tijdloosheid of simultaan ervaren. Wat in de natuurkunde een kromming van ruimte is, is in de mystiek een buiging van bewustzijn. Waar Einstein sprak over energie velden, spreekt Éón over trilling en resonantie, hoewel deze woorden verschillend zijn, wijzen ze in dezelfde richting. Een richting waarbij de werkelijkheid  niet vast is, maar vloeibaar. Ze kan zich openen onder de juiste voorwaarden. Misschien is de ziel, in metaforische zin, zelf een wormhole, een poort waardoor de ervaring van tijd en ruimte tijdelijk wordt opgeheven. In momenten van intens bewustzijn, diepe meditatie, plotseling inzicht, of sterke ontroering, lijkt het alsof de geest moet buigen, net zoals ruimtetijd buigt onder  zwaartekracht. De mens wordt dan even een passage tussen werelden, niet weglopend van de aarde, maar haar doordringend met herinnering aan iets groters.

De brug van Éón is dan geen ontsnapping uit de realiteit, maar haar verdieping. De exotische energie die haar opent, is niet negatief of ongrijpbaar, maar bestaat uit liefde, aandacht en resonantie. De mens die liefheeft, luistert of mediteert, creëert een miniatuurwormhole in zijn bewustzijn, een moment waarin het eeuwige door het tijdelijke heen ademt. 

De brug van Éón en de wormhole van de fysica vertellen in wezen hetzelfde verhaal in twee talen, namelijk dat afstand niet absoluut is. In de ene taal spreken we van kromming, in de andere van herinnering. De natuurkunde buigt het universum en de ziel buigt het bewustzijn. Beide bewegingen zijn pogingen van de werkelijkheid om zichzelf te verbinden, om de afgescheidenheid te overstijgen en een glimp van totaliteit te tonen. De echte brug tussen Éón en aarde, tussen wetenschap en mystiek, ligt misschien niet in de hemel of in formules, maar in het menselijke vermogen om te zien met twee ogen tegelijk, het ene gericht op de materie, het andere op de betekenis. Daar, in dat spirituele dubbelzicht, opent zich de doorgang, geen tunnel van zwaartekracht, maar een opening van geest. Een wormhole van het hart.

Er is een adem tussen de werelden, een onzichtbare golf die reist tussen Éón en aarde. Wanneer een ziel de brug nadert, trilt de lucht tussen de dimensies, niet in toon of klank, maar in aanwezigheid. De brug van Éón is geen pad dat men bewandelt, maar een ademtocht die men herinnert. Ze bestaat niet uit materie, maar uit de beweging van bewustzijn zelf, een dans van aandacht en overgave. Elke gedachte, elke trilling van verlangen is een zucht die het aardse opent naar het oneindige. Zo ademt het Rijk van Éón in de mens en de mens in Éón.

Bewustzijn is geen eigendom van het brein, geen flikkering van neuronen, maar een veld, een zee waarin waarnemers drijven als eilanden van vorm. Het veld is niet in ons, maar wij zijn in het veld. In de taal van energie betekent dit: ieder moment van waarneming is een golf en iedere golf draagt informatie, niet alleen van het individu, maar van het geheel. De brug van Éón is het punt waarop de golven in fase komen, waar het bewustzijn van het tijdelijke en het eeuwige samen trillen. Het veld van Éón beweegt volgens de wet van samenklank. Daar waar twee trillingen overeenstemmen, ontstaat verbinding. Wanneer een menselijke ziel liefheeft, mediteert, creëert of vergeeft, verschuift haar trilling, zij stemt zich af op de hogere frequentie van Éón. Dit is geen metafoor, maar een wet van resonantie. Het gelijksoortige herkent het gelijke. De brug is dus een levend orgaan van bewustzijn, het pulseert, reageert en ademt. Ze opent waar liefde stroomt en sluit waar verdeeldheid kiemt. In elk mens bevindt zich het hart als poort, niet het fysieke orgaan, maar het veld waarin waarneming en gevoel elkaar ontmoeten. Daar ontstaat de energetische brug. Het hart is de transformator tussen de dichte energie van materie en de subtiele energie van Éón. Wanneer het hart open is, kan de ziel het hogere veld ontvangen zonder te verbranden, zoals een lens het zonlicht vangt en in regenbogen breekt. Zo wordt de mens zelf de brug, als een bewuste doorgang tussen hemel en aarde, waar Éón niet langer een verre wereld is, maar een dimensie die in hemzelf leeft. De energie die over de brug stroomt, keert altijd terug. Wat van Éón komt, voedt het aardse bewustzijn en wat van aarde opstijgt, verrijkt het Rijk van Éón. Er bestaat geen hiërarchie, slechts uitwisseling. De mens die dit beseft, leeft niet langer tussen werelden, maar als een wereld, als een levende resonantie van tijd en tijdloosheid, van trilling en stilte, van vorm en wezen. Daarin ligt de ware energetische werking van de brug. Niet als overgang, maar als samenvloeiing. De brug verdwijnt op het moment dat zij volledig geopend is, want wie Éón in zichzelf herkent, heeft geen grens meer om over te steken.

De brug van Éón is de herinnering van het geheel in het deel. Zij communiceert woordeloos als gedachte: Je bent niet op weg naar het licht, je bent het licht dat zich herinnert hoe het schijnt. En zo stroomt de energie van Éón niet van boven naar beneden, maar van binnen naar buiten, in iedere ademhaling, in iedere blik, in de stille trilling waarmee het bewustzijn zichzelf herkent als het onmetelijke veld van zijn. Want misschien is de hoogste wijsheid niet het oversteken van de brug, maar het besef dat er nooit een overkant is geweest.


J.J.v.Verre.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het Rijk van Éón.

Herinnering aan Éón.

Het landschap van Éón.